Het Koningszilver, Koningschap en het Vogelschieten.
Het schieten op de vogel, meer dan tien meter hoog in de lucht met pijl en boog, stamt waarschijnlijk van vóór onze jaartelling. Wie de vogel afschoot, was de Koning van het Broederschap en droeg het Koningszilver.

Toen in de Heerlijkheid Oost in 1750 een Schutterij werd opgericht was een van de belangrijkste activiteiten het vogelschieten. De Koning verplichtte zich een zilveren plaat aan het Koningszilver toe te voegen met zijn naam en jaartal van afschieten van de vogel. Deze plaat moest hij schenken aan de schutterij. Zo ontstond er door de eeuwen heen een zeer waardevolle collectie aan zilveren platen, die het Koningszilver wordt genoemd. In Oost-Maarland wordt de vogel eens per twee jaar afgeschoten op pinkstermaandag en wordt de nieuwe Koning het zilver omgehangen ten teken van zijn waardigheid.

Het Koningszilver.
Centraal staat de zilveren borstplaat die geschonken is door de laatste Schout van de Heerlijkheid Oost in 1778 Hendricùs Nolens, die in dat jaar Koning was van de Schutterij. De zilveren vogel met de ketting is geschonken door de Hooggeboren Heer Constantin Graaf de Geloes in 1823. Of er tevoren een zilveren vogel aan het Koningszilver is geweest, is niet bekend. De oudste plaat is van 1760 met het opschrift “ S.V.J. 1760”. In 1930 werd ter gelegenheid van het gouden huwelijksfeest van de Hooggeboren Heer Réne Graaf de Geloes en Gravin De Geloes-De Lannoy een bronzen medaille met borstbeelden van het gouden huwelijkspaar aan het Koningszilver geschonken. Als het Koningszilver nog compleet zou zijn, zouden er in totaal 84 zilveren platen aan moeten hangen. Maar door de eeuwen heen zijn er platen verloren gegaan of zo slecht geworden dat ze niet meer aan het Koningszilver behoorden.

Momenteel bestaat het Koningszilver met vogel en borstplaat uit 47 platen. In 2001 is er een grote plaat bij gekomen, waar alle namen van Koningen en Keizers opstaan, die niet meer op een afzonderlijke plaat vernoemd werden. Nu staan weer alle Koningen en Keizers vernoemd in het Koningszilver van de schutterij. Het Koningszilver getuigt dat in alle rangen en standen van de bevolking het koningschap van de schutterij is verworven, zowel door de adel, gemeente -functionarissen als de bevolking van Oost-Maarland.

In 1994 werd het Koningszilver gerestaureerd. De kosten hiervan werden door het dames-comité betaald en bedroegen fl. 3000,-. De Koning krijgt momenteel van de schutterij een tegemoetkoming van € 100,- voor zijn zilveren plaat. Er wordt ook een register bijgehouden in het schuttersboek van de schutterij met naam, datum en jaartal van de nieuwe Koning. Het Koningszilver wordt als het schuttersseizoen om is op het kasteel in Eijsden bij de grafelijke familie de Liedekerke bewaard.

Het Koningschap en het vogelschieten.
Op pinkstermaandag in de oneven jaren wordt er op de vogel geschoten in Oost-Maarland. Hij die met het schot de laatste resten van de vogel naar beneden haalt, mag zich voor de komende twee jaar Koning noemen van de Roemwaardige Schutterij St. Sebastianus Oost-Maarland. Als hij drie maal achter elkaar de vogel heeft afgeschoten, mag hij zich Keizer noemen van de schutterij.

De schutterij heeft in haar bestaan vier Keizers gehad:

  • 1818. Keizer L. Huls
  • 1896. Keizer Comte Antoine de la Boussierre Etiennes
  • 1930. Keizer Jan van Caldenborgh.
  • Sinds 2003 is de vierde Keizer Jan Odekerken.

Uit het register blijkt dat vanaf 1860 het vogelschieten om de twee jaar plaatsvindt, voorheen werd er onregelmatig geschoten op de vogel. In de periode dat oorlogen waren was er geen vogelschieten, toen de tweede wereldoorlog voorbij was in 1945, werd besloten om het vogelschieten dat jaar te organiseren en niet te wachten tot 1946. Ook werd toen besloten om op de oneven jaren te schieten en niet meer zoals gebruikelijk was op de even jaren. Dat het traditie is dat er maar om de twee jaar geschoten wordt, heeft te maken met het feit dat Oost-Maarland nog viel onder de parochie Breust, en dat maar een maal in de twee jaar de Bronk-processie door Oost-Maarland ging. In dat jaar werd dan op de vogel geschoten. Vanaf 12 februari 1928 heeft Oost-Maarland een eigen kerk en een eigen processie.

De vogel.
De vogel is van hout, hij wordt gemaakt uit de kroon van een perenboom of van een meidoorn heg. Hij heeft een afmeting in de lengte van 90 centimeter en in de breedte van 80 centimeter en een dikte van 20 centimeter. Tot en met 1995 werd de vogel gemaakt door Corne Doumen Sr., die deze taak weer had overgenomen van zijn vader. Vanaf 1995 wordt de vogel gemaakt door Gerard Odekerken en zijn kleinzoon Roger Kloos Jr

Vaandels van de schutterij
In haar bestaan heeft de schutterij verschillende vaandels gehad. Net als in het leger is ook bij de schutterij het vaandel van groot belang. Het vaandel symboliseert de eer en het bestaan van het leger. Zo lang het leger het vaandel meevoerde, was het niet verslagen. Volgens oude traditie wordt een vaandel vervaardigd van zeer dure stof of zijde met geborduurde heraldische wapens en vaandelopschriften, zoals namen van beroemde veldslagen en jaartallen. Of de schutterij al in 1750 een vaandel had, kunnen we niet aantonen.

Het oudste nog bestaande Schuttersboek Der Roemwaardige Schutterij Van Oost is uit 1859. Dat was het jaar van de zgn. reorganisatie. Vermoedelijk is even voor genoemd jaartal bij een grote brand die de Heerlijkheid Oost teisterde, het nog oudere schuttersboek verbrand. Het is dan ook best mogelijk dat er een vaandel was en dat ook verbrand is.

Vaandel 1880
Wel is bekend dat in 1880 de schutterij een vaandel geschonken kreeg van de Hoogwelgeboren Heer René M.A.J.M. Graaf de Geloes ter ere van zijn huwelijk met B.E.C.M.J. Gravin De Lannoy.

Het vaandel is van zwaar goudbrokaat, waarop het tweezijdig geborduurde wapen der Graven De Geloes met het gouden kruis op zwarte damastzijde. De afmetingen van het vaandel zijn 135 cm x 135 cm. Het vaandel werd ook gebruikt door de jonkheid van Oost. Tijdens de bronkdagen werd het vaandel gedragen door de vaandrig van de jonkheid van Oost, omdat de schutterij en de jonkheid als groep gezamenlijk uittrokken met de Bronk. Vanaf 1957 beschikt de jonkheid van Oost over een eigen Vaandel en treden ze ook als eigen groep op. Het vaandel heeft 86 jaar dienst gedaan en wel van 1880 tot 1966. Toen was het in een dergelijk slechte staat dat het niet meer hersteld kon worden. Daarom werd door het toenmalige bestuur besloten om een nieuw vaandel te laten maken.

Vaandel 1966
Het nieuwe vaandel werd een kopie van het vaandel uit 1880, het werd iets kleiner van omvang omdat het oude vaandel altijd de grond raakte. De afmetingen werden nu 125 cm x 125 cm. Het nieuwe vaandel werd vervaardigd door de Zusters Franciscanessen in Maastricht. De kosten voor het nieuwe vaandel waren 600 gulden. Het oude vaandel werd geschonken aan de Hooggeboren Heer Graaf de Liedekerke, omdat het oorspronkelijk was geschonken door een van zijn voorvaderen Graaf de Geloes, maar ook omdat Graaf de Liedekerke een flinke bijdrage deed aan het nieuwe vaandel.

Het tweede vaandel van de schutterij heeft in de jaren dat het dienst heeft gedaan zeer belangrijke momenten meegemaakt. In november 1990 in Rome in de St. Pieters kerk is het vaandel betreden door Zijne Heiligheid Paus Johannes Paulus II en met Koninginnedag zaterdag 29 april 1995 in Eijsden door Hare Majesteit Koningin Beatrix. Die dag werd het vaandel voor het laatst gebruikt. Het vaandel wordt nu nog alleen over de kist gelegd bij een begrafenis van een lid van de schutterij.

Vaandel 1995
Omdat het vaandel uit 1966 al een aantal jaren in zeer slechte staat was, werd door een aantal dames besloten om een dame comité op te richten met als doel het verwerven van een nieuw vaandel.

Op de bestuursvergadering van 20 juni 1994 deden de dames aan het bestuur de mededeling dat ze het geld bij elkaar hadden voor het nieuwe vaandel. Voorzitter, Gerard Odekerken, maakte een ontwerp voor het nieuwe vaandel. Het vaandel is dubbelzijdig van een zeer mooie kwaliteit zijde, diagonaal goudkleur afmetingen 100 cm x100 cm. Op de voorkant in het midden het wapen van de grafelijke familie de Geloes met de spreuk IN-HOC-SIGNO-VINCES wat betekent; ” in dit teken zult gij overwinnen”, erboven het jaartal 1750 en eronder Schutterij St. Sebastianus Oost-Maarland, dat wordt omcirkeld met een zilveren lauwertak, op de achterkant de S van St. Sebastianus in het groen en omcirkeld met een groene lauwertak, het geheel wordt omzoomd door een gallon en franje. Bovenop de vaandelstok staat een beeldje van de heilige Sebastianus.

Er werd gekozen voor een vaandel dat niet meer op de schouder maar rechtop zou gedragen worden, zoals dat in het leger gebeurd. Het vaandel is gemaakt door de firma Sadelmaier – van Baal te Kevelaer.

De kosten van het nieuwe vaandel was 7000.00 DM en de kosten van de stok plus beeldje 2500.00 DM. Op 29 april 1995 was het dan zo ver dat het nieuwe vaandel door het dame comité aan de schutterij overhandigd werd door de voorzitter van het dame comité.

Standaard van de schutterij

Standaard 1973
Vanaf 10 september 1973 beschikt de schutterij over een standaard. Omdat op het vaandel van toen geen naam stond en jaartal van oprichting, werd besloten om een standaard te kopen waar de naam en het jaartal van oprichting werd aangegeven. Het ontwerp van de standaard werd gemaakt door het bestuurslid Gerard Odekerken. De afmetingen van de standaard zijn 65 x 65 cm. De standaard is vervaardigd van dubbelzijdig geel stof met bovenaan de tekst Schutterij St. Sebastianus en het jaartal van oprichting 1750. In het midden twee gekruiste geweren met een lauwerkrans en daar onder de naam Oost-Maarland. De tekst in het zwart, de geweren in bruin en de lauwerkrans in groen. Er werd gekozen voor de kleuren geel en zwart, omdat dit ook de kleuren zijn in het wapen van de grafelijke familie de Geloes.

Standaard 1986
Omdat de standaard na een aantal jaren van zeer slechte kwaliteit was, werd door Guidy Duijkers in 1986 aan Mw. Schütt-Kiliaan gevraagd of zij eenzelfde standaard kon namaken. De nieuwe standaard werd precies als die van 1973. Mw. Schütt-Kiliaan maakte de nieuwe standaard kosteloos voor de schutterij.

De week voor Pinksteren.
Om de twee jaar in de week voor pinkstermaandag, de dag dat het vogelschieten plaatsvindt, wordt er door de overheid van de schutterij een ledenvergadering op geroepen voor de leden van het Broederschap van de schutterij. Aan het hoofd van deze algemene ledenvergadering staat de Grootmeester (Generaal) of zijn plaatsvervanger de Vice-Grootmeester de (Kolonel), bij afwezigheid van beiden, zal de overheid (beëdigde officieren van S.S.O.M.) een officier aanwijzen om aan het hoofd te staan van de vergadering.

De vergadering wordt geleid door de voorzitter van de schutterij. Iedere “sjöt” ( lid van het Broederschap) die op de vogel wil schieten en voldoet aan de reglementen van het Broederschap kan zich persoonlijk op deze vergadering aanmelden bij de secretaris van de schutterij. De secretaris moet notulen bijhouden van deze vergadering. De overheid maakt uit wanneer er geloot wordt. Nadat er geloot is, zijn er geen opgaven meer mogelijk om op de vogel te schieten. Hij die een Koningin heeft gevraagd, meldt dit in een gesloten brief aan de secretaris. Als de schutter geen Koningin heeft opgegeven, zal dat kenbaar worden gemaakt nadat hij de vogel heeft afgeschoten. De vrouw die hem als eerste in de “mei steekt” (een boeket bloemen aanbiedt) zal dan zijn Koningin zijn. Hij die op de vogel wil schieten moet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben. Als hij gehuwd is moet zijn Koningin ook gehuwd zijn, is hij ongehuwd dan moet de Koningin ook ongehuwd zijn. Deze laatste regel is sinds 2013 niet meer van toepassing.

Pinkstermaandag.
Om zeven uur in de ochtend zijn de leden van de schutterij aanwezig aan de vogelstang om alles in gereedheid te brengen voor het vogelschieten. Klokslag twaalf uur wordt dan de houten vogel door de persoon die de vogel heeft gemaakt op de vogelstang geplaatst. De vogelstang is een ijzeren paal van 16 meter hoog, met een doorsnede van 20 centimeter tot aan het draaipunt, daar gaat het over in een doorsnede van 12 centimeter, aan de top van de vogelstang is een ijzeren stang aangebracht, 30 centimeter van boven bevindt zich een ijzeren knop, daar wordt eerst een ijzeren plaat van 3mm dikte opgelegd daarop de houtenvogel die wordt dan geborgd met en splitpen boven aan de stang. Op de kop van de vogel, die naar de schutter wijst, wordt een Nederlands vlaggetje bevestigd. Voordat de stang wordt omhoog getrokken, staan alle aanwezigen leden traditioneel om de vogel met een glas bier in de hand. Dan wordt getoost op de schutter die het geluk mag hebben om de vogel af te schieten. ’s Middags om 14.30 uur komen de leden van de schutterij bij elkaar in het verenigingslokaal, om 14.45 wordt de regerende Koning en Koningin aan zijn woonhuis/pastorij afgehaald. De commandant meldt zich bij de Koning en nodigt hem uit om de schutterij te inspecteren. Na de inspectie laat de commandant de Koning en Koningin met hun gevolg intreden en wordt de tocht vervolgd om de beschermheer en de genodigden af te halen bij de erevoorzitter van de schutterij.

Daar aangekomen zal de grootmeester, voorzitter en de commandant naar binnen gaan om de eregasten te verwelkomen. Daarna wordt vertrokken naar de vogelstang aan de Kasteellaan, waar de schutterij zich zal opstellen en de voorzitter een ieder van harte welkom heten, waarna het aftredend koningspaar wordt gehuldigd door de Grootmeester van het Broederschap van St.Sebastianus Oost-Maarland. Hierna zal de secretaris het reglement betreffende het vogelschieten voorlezen. Daarna worden de volksliederen ten gehore gebracht. Dan zal het vogelschieten traditiegetrouw worden geopend door de Beschermheer de Hooggeboren Heer Marcel Graaf de Liedekerke door het eerste ereschot te lossen. Vervolgens schieten de Keizer, dan de laatst gewezen Koning, de Grootmeester van het Broederschap, Pastoor, Burgemeester, Erevoorzitter en de overige eregasten, daarna de Officieren, Onderofficieren en Manschappen van de schutterij. Sinds 2013 worden de ere schoten alleen door de genodigde afgevuurd, en niet meer door de manschappen van de schutterij.

Hierna zal de strijd om de koning eer beginnen en zal er geschoten worden volgens de loting. Hij die de laatste resten van de vogel afschiet, is de nieuwe Koning van de schutterij. De vogel is afgeschoten als er zich geen materiaal meer bevindt tussen de knop en de splitpen. Nadat de nieuwe Koning op de schouders is genomen en toegejuicht door de aanwezigen, zal de schutterij aantreden en wordt de nieuwe Koning met zijn Koningin geïnstalleerd. Allereerst wordt de Koning het Koningszilver omgehangen door de oude Koning, dan wordt de Koningin het kroontje met de sjerp omgehangen door de oude Koningin, vervolgens zal de Koning de eed afleggen op het vaandel van de schutterij, waarna hij het koningsbier drinkt uit de Schuttebeker. Traditiegetrouw wordt de cramignon gedanst. Daarna wordt een rondgang gemaakt met het koningspaar door de gemeenschap Oost-Maarland, zo waar het de Koning belieft tot in de late uurtjes.