Ondanks dat ze in vroegere tijden geen specifieke rol binnen de schutterij vervulden, zijn de bielemannen tegenwoordig opvallende deelnemers in de optochten. Gekleed in berenmuts, met baard, blauwe kiel en lederen schort, lopen ze voorop in de schutterij. Met een bijl op de schouder en een materiaaltas om de nek, staan ze paraat om eventuele obstakels te verwijderen. Hierdoor vormen de bielemannen een hedendaagse herinnering aan een ver verleden, waarin schutterijen kerkelijke processies begeleidden die, vaak onterecht, verstoord werden door protestanten en onruststokers.

Als de bieleman gekleed is in een militair uniform, wordt hij aangeduid als sappeur. Deze schuttersfiguren, afgeleid van 19e-eeuwse soldaten die sappen of loopgraven aanlegden, hebben symbolische taken om de vrije doorgang te waarborgen. Ze werden later ingedeeld als geniesoldaten bij de verbindingstroepen. Zo ontstaat de verbinding tussen de sappeur als ‘wegbereider’ voor de schutterij.