Iedere schutterij moet conform de voorschriften voorafgegaan worden door een kleine jongen of meisje met een groot bord; de bordjesdrager. Op het bord moet ten minste de naam van de vereniging en het optochtnummer vermeld staan. In vroegere tijden kreeg meestal het zoontje van een van de schutters deze taak toegewezen. Zij vonden dit geweldig, vooral omdat de schutters meestal na afloop geld inzamelden als beloning voor hun inzet. Met dat geld konden ze de rest van de dag genieten.

In de jaren ’70 en ’80 werd de bordjesdrager langzaam opgenomen in de schutterij. Het trotse jongetje kreeg toen een echt uniform en werd een officieel onderdeel van de wedstrijden. Tegenwoordig beoordeelt de jury onder andere of de bordjesdrager niet te ver voor de groep uitloopt en geen overdreven grote stappen neemt.